Spraak

Als je niet altijd verstaanbaar bent voor je omgeving, kan logopedie therapie een groot verschil maken. Voorbeelden van spraakproblemen zijn: articulatieproblemen, stotteren, broddelen en een vertraagde spraakontwikkeling.

Articulatieproblemen

Veel jonge kinderen kunnen nog niet goed articuleren. Je kind kan moeite hebben met het programmeren, afstemmen en controleren van de bewegingen die nodig zijn voor een juiste uitspraak. Het kan ook zijn dat je kind woorden onvolledig uitspreekt. Voorbeelden van articulatieproblemen zijn:

  • bepaalde klanken, delen van woorden of zinnen worden weggelaten
  • klanken worden vervangen door andere klanken
  • het spreektempo ligt te hoog
  • de uitspraak is nasaal
  • slissen

Communiceren is hierdoor moeilijk want je kind is niet goed te verstaan. Dit kan leiden tot frustratie en gedragsproblemen.

De behandeling

Tijdens de therapie trainen we de mond- en lipspieren om de mondmotoriek krachtig te krijgen. Daarnaast leren kinderen spelenderwijs om de lastige klanken op de juiste manier uit te spreken. Dat doen we eerst op klankniveau, dan woord- en zinsniveau, tot we uiteindelijk met spontane spraak bezig gaan. Binnen de therapie wordt altijd rekening gehouden met de leeftijd en aandachtsspanne van het kind.

Stotteren

Stotteren is niet vloeiend spreken. Klanken of lettergrepen worden herhaald of verlengd. Soms worden ze er met veel spanning uit geperst. Daarnaast kunnen bij het stotteren bijkomende symptomen voorkomen. Voorbeelden zijn meebewegingen in het gezicht en van lichaamsdelen, verstoring van de adem, transpireren en spanning. Naast deze zichtbare en hoorbare symptomen zijn er ook verborgen symptomen. Vermijden van situaties, bepaalde woorden of klanken omzeilen, gebrek aan zelfvertrouwen en angst om te spreken. Stotteren kan de communicatie ernstig verstoren.

Over het algemeen wordt stotteren veroorzaakt door een combinatie van een zwakke aanleg voor het plannen van spraakbewegingen en omgevingsfactoren.

Wanneer ontstaat stotteren?

Stotteren begint meestal bij kinderen tussen de twee en zeven jaar. Bij de meeste kinderen gaat stotteren vanzelf over. Het kind zit midden in een periode waarin hij druk bezig is zijn spraak en taal te ontwikkelen. Stotteren kan als tijdelijke verstoring optreden die verdwijnt naarmate de taalvaardigheden bij het kind toenemen. Er zijn echter ook kinderen bij wie het herstel niet vanzelf gaat. Naarmate het stotteren langer bestaat nemen de kansen op spontaan herstel af.

Bij uitzondering kan je op latere leeftijd gaan stotteren. De aanleiding hiervoor kan vaak gevonden worden in een plotseling optredend emotioneel trauma, zoals het overlijden van een geliefde of een ongeluk. Bij een goed begeleidend verwerkingsproces er zal geen gewoontevorming optreden.

De behandeling

Bij kinderen werken wij volgens de methodes Lidcombe en DCM. Lidcombe is een gedragstherapie waarbij we ouders begeleiden hoe zij hun kind op een positieve, veilige manier kunnen ondersteunen bij het stotteren. Bij DCM gaan kinderen hierbij zelf boven water halen welke factoren in hun leven tegenwerken en welke juist helpend zijn. Op deze manier wordt er geleerd hoe je met de stottermomenten om kunt gaan.

Bij jongeren en volwassenen zullen we de therapie meer richten op de factoren die de stotterproblemen beïnvloeden, zoals gedachten, gevoelens en omgevingsinvloeden. We bieden ook spreektechnieken aan om het spreken meer vloeiend te laten verlopen.

Broddelen

Wanneer je in een te hoog tempo praat waardoor je niet goed verstaanbaar bent, spreken we van broddelen. Opvallend hierbij zijn een slappe uitspraak en het ineenschuiven van woorden. Ook stopwoordjes, snelle woord- en klankherhalingen zijn signalen van broddelen. Daarnaast kun je moeite hebben met het formuleren van gedachten. Dit geldt ook voor schriftelijke formuleringen.

De behandeling

Om een succesvol resultaat te krijgen, is het belangrijk om eerst aan de bewustwording te gaan werken. De bewustwording kan worden gecreëerd door bijvoorbeeld de spraak op te nemen en vervolgens samen terug te luisteren.

Na de bewustwording oefenen we het duidelijk uitspreken van lettergrepen. Daarna gaan we verder met het actievere gedeelte van de therapie, namelijk langzamer leren praten. Tevens wordt er gewerkt aan het gebruik van intonatie en wordt de mondmotoriek getraind.

Vertraagde spraakontwikkeling

We spreken van een vertraagde spraakontwikkeling wanneer kinderen bepaalde klanken vervangen en/ of weglaten. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een kind dat de /r/ of /k/ nog niet op de juiste manier kan uitspreken. Op jonge leeftijd hoeft dat nog geen probleem te zijn, we spreken dan niet van een ernstig spraakprobleem. Vanaf de leeftijd van 6;0 jaar zou uw kind de meeste klanken al wel correct moeten kunnen uitspreken. Mocht dit niet het geval zijn, adviseren wij logopedie.

De behandeling

De logopedische therapie verschilt per scenario bij spraakproblemen. Het eerste scenario is dat het kind niet weet hoe hij of zij de klank moet maken in het mondgebied en daarom de klank vervangt of weglaat. In het tweede scenario heeft het kind en andere klank opgeslagen in plaats van de gezochte klank. De logopedist zal onderzoeken van welk scenario sprake is en vervolgens gebruik maken van een methode die aansluit bij het soort spraakprobleem van het kind. Zo kunnen er veel motorische oefeningen gedaan worden die visueel worden ondersteund door handgebaren. Door veel herhaling en een paar handige trucjes wordt geleerd hoe je dit tot een automatisme kunt maken en bepaalde klanken in woorden kunt verwerken.

Dysartrie en apraxie

Dysartrie is een spraakstoornis die wordt veroorzaakt door een beschadiging van het zenuwstelsel. Hierdoor werken de spieren die je nodig hebt voor het ademen, de stemgeving en uitspraak onvoldoende. Oorzaken van dysartrie zijn bijvoorbeeld een beroerte (CVA), een hersentumor, een ongeval, een spierziekte zoals A.L.S. of een neurologische aandoening zoals Parkinson. Deze aandoeningen komen voornamelijk voor bij volwassenen en ouderen, maar ook bij kinderen en jongeren kan in sommige gevallen dysartrie ontstaan.  

Een andere oorzaak van verminderde verstaanbaarheid is zogeheten verbale apraxie. Daarbij werken de spieren die je gebruikt bij ademhaling en spraak wel goed, maar de aansturing van die spieren geeft problemen. Verbale apraxie kan ontstaan door hersenletsel, zoals een beroerte, een trauma door een ongeval of door een hersentumor.

De behandeling

Eerst doen we onderzoek naar je stem, spraak en verstaanbaarheid. Bij dysartrie wordt ook gekeken naar het gevoel en functioneren van de spieren in je gezicht. De behandeling zal vooral gericht zijn op het verbeteren van de verstaanbaarheid. We geven jou en de mensen in jouw omgeving informatie en adviezen over hoe je samen beter kunt communiceren. Je leert optimaal gebruik te maken van je mogelijkheden.